Spoedsituatie, bel 071 36 177 77
Spoedsituatie, bel 071 36 177 77

Veel voorkomende kwalen

Dingen die je kan verwachten

Tot 6 weken na je bevalling ben je kraamvrouw en in deze periode verandert er veel, zowel lichamelijk en emotioneel als sociaal gezien. Dit merk je vooral in de eerste 2 weken. Natuurlijk moet je lichamelijk herstellen en daarom hier een aantal dingen die je kan verwachten in deze periode. Meer en uitgebreidere informatie kun je vinden op de website van de verloskundige.

Bloedverlies

Het is normaal om tot ongeveer 6 weken na de bevalling vaginaal bloedverlies te hebben ( ook na een keizersnede). Dit bloedverlies komt uit de wond die er in de baarmoeder is achtergebleven op de plek waar de placenta zat. Vooral in de eerste paar dagen kun je ook bloedstolsels verliezen, soms wel ter grootte van een sinaasappel. 

Hechtingen

Na de bevalling hoor je van ons (of de gynaecoloog) of je gehecht moet worden. Tegenwoordig hechten we meestal onderhuids en wordt het aantal hechtingen niet geteld. Deze lossen in principe vanzelf op en hoeven dus niet verwijderd te worden, dit doen we alleen bij klachten of om irritatie te voorkomen. Het is belangrijk om de wond goed schoon te houden om ontstekingen te voorkomen, daarom is het belangrijk om goed en regelmatig te spoelen. Ook helpt dat vaak bij het plassen; urine is zuur en kan wat branden. Als je last hebt van de hechtingen dan mag je paracetamol slikken en verder is het voor het genezingsproces belangrijk om goed op de hechtingen te gaan zitten, het liefst op een harde ondergrond. Dit stimuleert de doorbloeding en daarmee het herstel. De hechtingen worden dagelijks gecontroleerd door de kraamverzorgende.

Kraamtranen

Veel kraamvrouwen hebben last van kraamtranen, ook wel de babyblues genoemd. Je herkent kraamtranen aan onverwachtse huilbuien en/of plotselinge stemmingswisselingen. De vermoeidheid slaat toe, je hebt hormoonwisselingen en ineens een baby waar je voor moet zorgen. Ongeveer 3 tot 5 dagen na de bevalling kun je dan ineens heel emotioneel zijn en om het minste moeten huilen. Meestal is dit na een paar dagen vanzelf weer over. Belangrijk is om het dan even rustig aan te doen.

Naweeën

In de eerste dagen na de bevalling kun je last hebben van naweeën. Vaak heb je er na een eerste bevalling weinig tot geen last van, maar wel na een tweede of volgende bevalling. Tijdens het geven van borstvoeding worden ze vaak versterkt. Naweeën zorgen ervoor dat de baarmoeder weer krimpt naar haar oorspronkelijke grootte en dat het bloedverlies afneemt. 

Stoelgang

Het is normaal dat de ontlasting de eerste paar dagen na de bevalling wegblijft. Dit komt daarna vanzelf weer op gang. Belangrijk is om voldoende te drinken, vezelrijk te eten en rustig de tijd te nemen om naar de wc te gaan. 

Stuwing

Op dag 3 tot 5 na de bevalling worden je borsten (meestal) voller en gespannen door toename van de doorbloeding en het op gang komen van de borstvoeding. Dit noemen we stuwing en dit gebeurt ook als je flesvoeding geeft. 

Urineverlies

Net na de bevalling kan het gebeuren dat je niet (goed) voelt dat je moet plassen en daardoor urine verliest. Daarom is het belangrijk om op tijd te gaan plassen, ook al heb je geen aandrang. Dit gevoel komt in de loop van de eerste week na de bevalling steeds meer terug. Voor meer informatie wat normaal is en wanneer je hulp moet zoeken kun je kijken bij PelviPlus

Vragen tijdens je kraamperiode

Laat het ons weten

Neem contact op